donderdag

Alöndö na Wiktionary

Holandëe[Sepe]

Pandôo [Sepe]

donderdag \don.dœɾ.daɣ\

  1. bïkua-osïö
    • Ik heb een doktersafspraak op donderdag.
    • De donderdagen zijn meestal rustig op kantoor.
    • Het was een mooie donderdagje voor een picknick.