regen
Apparence
:
Pandôo
[Sepe]regen \reɣən\ linô kôlï
- ngûnzapä
- na deze lange droogte kunnen we best wat regen gebruiken.
- er zit regen in de lucht
- bij / door / in regen en wind
- stromende regen, zware, tropische regen
- een mals regentje
- de regen slaat tegen de ramen
- zure regen
- er daalde een regen van slagen op hem neer
- (Zäzämä) van de regen in de drup komen