winkel
Apparence
Yângâ tî Afrikaans
[Sepe]Pandôo
[Sepe]winkel \sêndagô ?\
Pandôo
[Sepe]winkel \ʋin.kǝl\ linô kôlï
- dangêrë
- winkels
- een winkel van modeartikelen
- een goed gesorteerde winkel
- een winkel hebben
- (Zäzämä) op de winkel passen
- winkeltje spelen
- in een winkel staan <er werken>
- in een winkel staan <bij iemand in de winkel kijken>