Aller au contenu
woord \ʋoːrt\ linô wâwa
- mbupa
- Iets onder woorden brengen.
- Geen woord meer.
- tënë
- Een woord van lof.
- Met andere woorden.
- Het woord is aan u.
- Het woord nemen.
- Woorden hebben met iemand.
- zêndo
- Zijn woord breken.
- Zijn woord houden.
- Iemand aan zijn woord houden.
- Zijn woorden intrekken.
- Zijn woord niet houden.
woord \ʋoːrt\ linô kôlï
- bokôo (kôlï)
- De mannelijke wilde eend, de woord, kenmerkt zich door de glanzende groene kop en het grijze en bruine lijf.