zee
Apparence
Pandôo
[Sepe]zee \zeː\ linô gâlï
- ngûhîngö
- kalme zee
- de Middellandse Zee
- de Rode zee
- de Noordzee
- ruwe, woelige zee
- in volle, open zee
- aflopende zee
- zee kiezen
- wassende, opkomende zee
- aan zee
- over zee <ten opzichte van een metropool>
- over zee, ter zee <wijze van vervoer>
- (Zäzämä) een zee van licht
- (Zäzämä) een zee van mensen
- (Zäzämä) een zee van woorden
- (Zäzämä) met iemand in zee gaan
- (Zäzämä) de zeven zeeën bevaren hebben
- (Zäzämä) recht door zee
- (Zäzämä) een recht door zee persoon